Na de operatie verloopt het herstel van het gezichtsvermogen langzaam. Aanvankelijk is het donorweefsel licht gezwollen en nog niet mooi helder. Geleidelijk verbetert dit. Verder moet de epitheelcellaag vanuit de rand van het eigen hoornvlies over het donorstukje heen groeien. Bij een zeer langzaam herstel kan een zachte contactlens worden gegeven om het transplantaat te beschermen en het herstel te bevorderen. Soms moeten tijdens de herstelfase enkele hechtingen worden verwijderd om een mooie bolvorm van het transplantaat te bereiken.
Het zal duidelijk zijn dat een intensieve controle in deze fase noodzakelijk is. Na ongeveer vier maanden is het over het algemeen mogelijk een brillenglas of een contactlens voor te schrijven.
Door een hoornvliestransplantatie is een oog kwetsbaarder geworden. Het blijft daarom nuttig een goede, veilige bescherming te dragen in de vorm van een (veiligheids)bril tijdens werkzaamheden en bij sporten waarbij ballen worden gebruikt of lichamelijk contact kan optreden.
Tot slot mag niet onvermeld blijven dat een donor via een codicil zelf aangeeft of hij zijn hoornvliezen ter beschikking wil stellen voor transplantatie.